Jaarlijks blijven er slechts een paar kinderen zitten. Wij vinden het onwenselijk en onmogelijk om exacte richtlijnen te beschrijven in welk geval een kind een klas over moet doen. Dat ligt bij elk geval weer anders, en kan met een groot aantal diverse redenen te maken hebben. Bij een poging om dat toch concreet aan te geven komen we terecht in lijstjes van een bepaald aantal onvoldoendes voor bepaalde vakken, op het rapport en beschrijvingen van tekortkomingen op het sociaal emotionele en allerlei andere gebieden in diverse gradaties.

Wel is er in het algemeen heel goed iets over te zeggen.

Wij zien doubleren als een soort “noodgreep” als we tot de conclusie komen, dat allerlei extra hulp die al geboden is, toch nog te weinig onvoldoende effect heeft.

In een dergelijk geval kunnen we dan in overleg met de ouders het besluit nemen om een kind een klas een jaar over te laten doen. Uiteraard proberen we als school, in het overleg met ouders, zo goed mogelijk duidelijk te maken op welke gronden dit besluit genomen is.

Het Leerling Volg Systeem (LVS) van de school speelt een belangrijke rol bij een dergelijke beslissing. Bij doublures vertonen leerlingen vaak grote achterstanden in een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma. In het LVS worden toetsen afgenomen die het niveau van de leerling aangeven. Bij meerdere vakgebieden die onder het gewenste niveau worden gescoord, kan worden overwogen om de leerling te laten doubleren.

Doel van het zittenblijven is dat het kind daarna de basisschool gewoon kan afmaken. Of anders gezegd. Doubleren moet (naar verwachting) zin hebben!

Het komt ook voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Het haalt dan op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool.

Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 werd vroeger gekeken naar de geboortedatum. Viel die datum voor 1 oktober dan kon de leerling wel naar groep 3. Viel de verjaardag na 1 oktober dan moest de leerling nog een heel jaar lang naar de kleuterafdeling. Nu geldt die datum niet meer als criterium. Het besluit om niet naar groep 3 te gaan wordt gebaseerd op onderwijsinhoudelijke gronden. Deze worden gestaafd met informatie uit het LVS, dat ook voor kleuters in groep 2 van toepassing is.

Verder speelt de administratie die de leerkracht heeft bijgehouden ook een rol. Deze houdt de ontwikkeling van een kind bij en constateert dat van onvoldoende vorderingen sprake is.

Daarover wordt dan gecommuniceerd met de ouders, zodat een mogelijke “doublure” reeds is voor besproken.